Strijd om talent woedt in alle hevigheid

| Hans Matheeuwsen

Brainport gaat een volgende fase in. De economische groei is onstuimig, bedrijven breiden hun activiteiten uit, Eindhoven en omgeving moeten versneld bouwen terwijl ‘de fabriek van de toekomst’ oftewel Brainport Industries Campus (BIC) cluster 2 in de steigers wordt gezet. Ondertussen barst de strijd om talent in alle hevigheid los, onder invloed van negatieve, landelijke, politieke ontwikkelingen. Talent is de brandstof voor economische groei. De vraag is wat heeft Brainport te bieden heeft? 

We kennen allemaal de kreet ‘War on talent’. Beter zou zijn: ‘War for talent’, want er wordt geen ‘oorlog’ gevoerd tégen talent, wel óm talent. Beleidsmakers willen liever helemaal af van de kreet want er wordt hélemaal geen oorlog gevoerd. Maar er woedt wél een strijd om talent. Een concurrentiestrijd welteverstaan, internationaal, en Brainport meldt zich prominent aan het front. Ook al geen fijne aanduiding maar het geeft wel de dynamiek aan waarin bedrijfsleven, overheid en onderwijsinstellingen - samenwerkend binnen de zogenoemde ‘triple helix’ - in de regio terecht zijn gekomen. Een ander begrip dat veel wordt gebruikt deze dagen is ‘schaalsprong’. Als bestuurders hun zin krijgen dan groeit de bedrijvigheid door, alleen al ASML bijvoorbeeld verdubbelt zijn aantal werknemers in Veldhoven naar 30.000. 

In totaal komen er in de komende jaren zo’n 70.000 banen bij in de regio. Om aan de vraag naar technisch hooggeschoold personeel te vol-doen zou de Technische Universiteit Eindho-ven (TU/e) graag eveneens het aantal studenten verdubbelen tot 30.000.Daarvoor moeten er in Zuidoost-Brabant zo’n 100.000 woningen worden gebouwd. Eindhoven zet in op de transformatie van het centrum aan de kant van de TU/e. Hier moeten in 2040 zo’n 15.000 mensen wonen, waar dat er nu 200 zijn…  Een ander voorbeeld is de bouw van BIC cluster 2, tussen de A2 en Eindhoven Airport, door SDK Vastgoed. Deze ‘fabriek van de toekomst’ meet 300.000 (!!) vierkante meter en moet letterlijk en figuurlijk nieuwe ruimte gaan bieden aan de high-tech industrie in de regio. De traditionele bedrijventerreinen slibben dicht, grond voor uitbreiding wordt schaars. De ‘War for building land’ lijkt eveneens aanstaande.  

Synergie
Dit alles onder de voorwaarde dat het be-drijfsleven voldoende hooggekwalificeerde mensen vindt om de productie minimaal op peil te houden maar liever nog uit te breiden. Na ASML verklaarde onlangs NXP over de grenzen van het land heen te kijken als de personeelsbron in Nederland opdroogt. En dat gevaar bestaat met voorgenomen bestuurlijke maatregelen als het terugdringen van het aantal buitenlandse studenten, het vervangen van het Engels door Nederlands als voertaal op universiteiten, en het eventueel afschaffen van het dertig procent-belastingvoordeel voor expats.

Dat maakt de kansen voor Nederland als gunstig vestigingsland er niet beter op terwijl er wel een stijgende behoefte is aan buitenland-se kennis en talent om de high-tech (maak-) industrie verder te brengen. Er wordt gesproken van een uitdaging die de triple helix moet aangaan. En dan niet alleen door het afleveren van ingenieurs maar ook door het bedenken en invoeren van onderwijs-systemen die stu-denten eerder en sneller in staat stellen kennis te maken met de eisen van het bedrijfsleven. Denk aan de synergie tussen het  Summa  College en de ondernemingen in BIC cluster 1 dat er al staat. Bij voorbaat al een voorwaarde voor het succes van BIC cluster 2 én dus die van de high-tech industrie in de Brainportregio, betoogt Ferdinand Gremmen, directeur van SDK Vastgoed. Hij is er voorstander van dat de TU/e en Fontys dit goede voorbeeld volgen.  

Talent als brandstof
Binnen de projectorganisatie van Brainport wordt ondertussen hard nagedacht over de strategie om het internationale talent voor bedrijven te behouden en hoe kenniswerkers in het buitenland te interesseren voor een baan in de regionale high-tech maakindustrie. ‘Talent is de brandstof voor de economische motor van Brainport Eindhoven’ is het veelgehoorde adagium. Onder anderen Nicole Zwetsloot, projectmanager van het Brainport Talent Attraction Program, hanteert het  credo, dat al stamt uit de tijd dat Philips zijn werknemers overal vandaan haalde maar zelf de aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden schiep, zoals een huis om in te wonen, voor werken in de fabriek. Zwetsloot en de haren hebben een programma ontwikkeld om gecoördineerd en gezamenlijk internationaal tech- en IT-talent aan te trekken. De regio telt namelijk meer vacatures dan mensen en dat al een tijdje. Ze pleit voor een gezamenlijke aanpak, naar het kijken naar een breder belang dan alleen dat van het eigen be-drijf. Met andere woorden: naar het hele eco-systeem van Brainport. Dus niet alleen naar de ASML’s en NXP’s van deze wereld maar vooral ook naar het Midden- en Kleinbedrijf - de toeleveranciers van genoemde multinationals - én startups.

‘Talent is de brandstof voor de economische motor van Brainport Eindhoven’ 

Home of pioneers
Geheel conform de traditie, het innovatieve karakter en het imago van de regio bedachten ze vanuit het Brainport Talent Attraction Pro-gram de pay-off ‘Home of pioneers’. Wat klopt natuurlijk. Hier wordt de toekomst gemaakt, denk aan de uitvindingen van de wetenschappers in dienst van Philips maar ook aan de uiterst geavanceerde chipmachines van ASML. De slogan sluit aan bij de merkwaarden van Brainport, aldus Zwetsloot, zoals menselijk (‘met elkaar en voor elkaar’) en grensverleggend (‘kan niet bestaat niet’). Home of pioneers vertelt het verhaal van de mensen in de regio, waar iedereen zich thuis kan voelen en waar we samen mooie nieuwe oplossingen bedenken voor wereldwijde, maartschappelijke problemen.

Ze spreekt in dat verband van een ‘Battle for talent’ of liever nog van een ‘Playground for talent’. Dat klinkt een stuk minder oorlogszuchtig, vindt ze. Werkinhoud is belangrijk voor talenten, weet ze uit onderzoek. Waarom kiezen talenten voor de Brainportregio? Vanwege het sociale karakter en de goede werkleven balans. Zij denkt dat onze toegankelijkheid van mensen en onze ontvankelijkheid voor vreemdelingen een handje helpt. Én de veelgeroem-de, unieke samenwerking natuurlijk: iedereen is ‘One phone call away’. Maar bovenal: we komen er samen wel uit omdat we allemaal weten dat we zonder de ander geen bestaansrecht hebben. Mooie gedachte, in het huidige tijdsgewricht van crises en oorlogen. Laten we die vooral ook exporteren.