In gesprek met Dominic Seldis | Koninklijk Concertgebouw Orkest
In de keuken van zijn huis serveert Dominic Seldis (47) vrolijk een kopje builder’s tea: sterke, zwarte thee met een wolkje melk. Britser kan bijna niet. Het verraadt meteen
de afkomst van de eerste solocontrabassist bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO), ook bekend als jurylid van het programma Maestro waarin een bekende Nederlander de baton van de dirigent oppakt. Dominic Seldis heeft een grote missie in zijn leven: klassieke muziek promoten onder een breed publiek. Vanuit deze missie trekt trekt hij met zijn orkest langs de Nederlandse theaters met zijn eerste muzikale theatershow Music, Maestro!
Hoe ziet de show eruit?
Dominic Seldis: “Er komen drie dingen in naar voren die ik graag doe: bas spelen, praten en dirigeren. De show is personality driven, mijn levensverhaal gespeeld door tien geweldige muzikanten. Tsjaikovski, Brahms, maar ook Charlie Chaplin en filmmuziek; de muziek varieert van (licht) klassiek en jazz tot… van alles eigenlijk. We serveren het in het Engels, met een glimlach én een goed verhaal. Nederland zit vol zit met muziekliefhebbers. De meesten houden van allerlei soorten muziek is mij opgevallen, van volks tot klassiek. Toen ik bij het KCO terechtkwam, zat ik ineens aan de top van een chique piramide, wat nooit eerder mijn bedoeling was geweest.”
Maar je solliciteerde toch zelf bij het orkest?
“Ik was ontzettend blij dat ik was aangenomen bij een van de beste orkesten ter wereld, maar daarmee liet ik ook veel mensen achter. Ik speelde niet meer voor de mensen waar ik het eerder voor deed: gewone mensen, muziekliefhebbers. Die misschien de drempel van het Concertgebouw te hoog vinden, het geld er niet voor hebben of denken dat ze verstand moeten hebben van klassieke muziek. Het mooie is juist: dat hoeft helemaal niet om er toch enorm van te genieten.”
Zeggen ze bij KCO: ‘ga lekker je gang, Dominic, succes met je missie?’
“Er zijn veel manieren om die muziek te presenteren en in Music, Maestro! kan ik dat op mijn eigen manier doen. Bij KCO weten ze hoe ik in elkaar zit. Ze weten dat muziek mijn grote liefde is.” Met het Engelse gevoel voor understatement: “Door alle dingen die ik maar een beetje kan op een hoop te gooien, hoop ik, dat als je het allemaal bij elkaar optelt, het eindresultaat goed is. Eén ding is echt belangrijk voor mij: ik wil absoluut dat het zijn geld waard is. Dat is mij van jongs af aan ingepeperd.”
Hoe bedoel je dat?
“Zoals sommige families naar het voetbal gaan, zo gingen wij naar concerten. Naar The Drifters, Simon & Garfunkel, musicals, het Berliner Philharmoniker; alles wat naar Londen kwam, bezochten wij. Ik ben intens dankbaar voor die opvoeding. Mijn kennismaking met Steve Wonder was toen ik hem live zag spelen. Whitney Houston ook, dat was trouwens een van de slechtste optredens die ik ooit zag. In de auto terug naar huis praatten we over waarom iets goed was of slecht en bespraken we: was ’t het geld waard? Ik ben inmiddels zelf muzikant, dus ik weet ook wat het is om altijd op de toppen van je kunnen te spelen. Je bent een mens, je hebt wel eens een slechte dag. Mijn vader zei dan altijd: ‘Ik heb nietbetaald om iemand een slechte dag te zien hebben, ik heb betaald voor een goede dag.
Ik heb hard gewerkt, het is mijn geld, ik wil geloven in het sprookje dat iemand me voortovert.’ Dat is me altijd bijgebleven. Mensen moeten hard werken om geld voor mijn show uit te geven, daar ben ik me zeer van bewust.”
Ik las dat je vrienden bent met René Froger en dat je van de Toppers houdt.
“I love the Toppers! Zij zijn zo geweldig. Ik herken veel als ik hun shows zie.”
Wat is hun geheim?
“Goede muziek. Daar heb ik het vaak met René over gehad, de basis is geweldige muziek. Daar wordt de show omheen gebouwd. Het gaat om entertainment. Ik doe hetzelfde: ik heb muziek uitgekozen waarvan ik denk dat iedereen die mooi vindt en bouw daaromheen een show met mijn fantastische muzikanten. Een van hen is ’s werelds beste jazzpianisten Rembrandt Frerichs. Daar moet ik mee pronken natuurlijk! Eerlijk gezegd heeft deze show mijn leven overgenomen, alles staat in het teken van Music, Maestro!, haha.”
Wat voor verhalen vertel je in de show?
“Ik neem de mensen bijvoorbeeld mee op een reis door Europa, langs landen die belangrijk zijn in mijn leven. Ik had trouwens nooit verwacht dat zo’n onderwerp een bron van humor zou worden, ik bedoel, wie had gedacht dat er ooit een Brexit zou komen? Ik zeker niet. We beginnen in Londen waar ik vanaf mijn vijftiende elk jaar bij de Proms-concerten heb opgetreden. Er is zelfs beeldmateriaal van die eerste keer. Daarna gaan we via Berlijn, waar mijn voorouders een winkel hadden, naar Italië, waar de moeder van mijn drie dochters vandaan komt.
Meteen na ons huwelijk vertrok ik naar Tokio om te treden met de Drie Tenoren, Plácido Domingo, José Carreras en Luciano Pavarotti. Terwijl ik op huwelijksreis had moeten zijn…”
Je huwelijk hield geen stand. Best een hoge prijs...
“Ja, een enorme prijs. Maar alles is gewoon te leuk om te doen. Ik ben op de wereld gezet om zoveel mogelijk mooie muziek te spelen. Dat voelt ook niet als werk. Als ik op een podium sta, klopt alles. Ik voel me er at peace met mezelf en heb alles onder controle.
In de gewone wereld verpest ik het nogal eens. Het komt uit een goed hart, maar ik ben niet overal echt handig in.. Mijn vriendin moet nu quality time in onze agenda zetten, daar mag ik niet aan tornen. Beetje triest hè, dat ik dat zo in mijn leven moet inplannen?”
Hoeveel contrabassen heb je?
“Ik heb er drie thuis in mijn studio staan en bespeel er nog eentje in het KCO. Van de drie thuis is er een die een spatje regen kan hebben en die ik ook gebruik voor Music, Maestro! Ook zijn er mijn allereerste bas die ik bespeel sinds mijn vijftiende, en een bas waar mijn dochters erg in geïnteresseerd zijn. Dat is de dure, mijn vierde kindje, haha. Die gebruik ik voor kamermuziek en solo-optredens. Ik vind het leerproces van het maken van de show fascinerend, ik denk dat ik best een goede entertainer kan worden. Je ziet straks een man van middelbare leeftijd met licht overgewicht, die ontzettend zijn best doet om een beetje grappig te zijn én om je de beste muzikale avond ooit te geven.
Tekst Rinske Wels | Eindredactie Uit in Eindhoven