In gesprek met Lucas Asselbergs | TU/e
‘Dit moet de tijd zijn waarin we dingen opnieuw uitvinden. Creativiteit maximaal inzetten, niet bij de pakken neerzitten.’ Eindhoven mag opnieuw laten zien hoe innovatief ze is. Hoofd Studium Generale van de TU/e Lucas Asselbergs helpt duiding geven aan het culturele leven in Eindhoven in het coronatijdperk. ‘Het wordt een enorme opgave, zal voor velen heel pittig zijn.’
We schrijven maart 2020. Corona woekert over de wereld. Daar sta je dan met een cultureel programma voor studenten.
Kan je beschrijven wat je zag gebeuren op de TU/e?
‘Op de allerlaatste dag voor de campus op slot ging werkten we aan De Wervingsdagen. Daar is altijd veel animo voor: ingenieurs in spe en bedrijven leren elkaar kennen. Voor veel studenten is de arbeidsmarkt nog onbekend. In essentie staan ze voor de vraag: wat willen we werkelijk met ons leven? Die vraag raakt ook de kern van waar Studium Generale voor staat; het verbreden van de horizon. Om die verbreding en ook verdieping te stimuleren en cultiveren bieden wij hen inzichten, prikkels en ervaringen aan die aan het denken zetten. Op die laatste campusdag interviewde ik Arjen Lubach. Het werd een spannend interview, waarbij ik hem voor een volle zaal voor het blok zette door van Engels over te gaan naar het Zweeds. Hij pareerde dit zeer goed en zette mij vervolgens ook op mijn plaats, heel gevat en spits. Maar het programma was nog maar net voorbij en de hele TU/e werd leeg geveegd. Het was over en uit, iedereen moest thuis van achter de computer verder werken. Studium Generale is een vast onderdeel van bijna alle Nederlandse universiteiten en draagt bij aan de vorming van studenten in de volle breedte (‘Bildung’). We willen dat ze gevoel krijgen voor cultuur, dat ze zaken in de wereld kunnen duiden en onderwerpen met elkaar in verband kunnen brengen. Dat is voor aanstaande ingenieurs niet vanzelfsprekend. Je leert je blik te verruimen, je mag uit je comfortzone worden getrokken en je verwonderen. Verantwoord omgaan met technologische kennis begint bij een goed maatschappelijk en cultureel besef. Denk daarbij aan privacy en gezondheidsissues maar ook aan zoiets als nucleaire wapens, drones en cybercrime.
Jullie volgden de richtlijnen van het RIVM, alles moest opeens anders. Kwam jullie Bildungsmissie nu in een ander daglicht staan?
‘Ja en Nee. Ja, we moesten ons opnieuw buigen over vragen als: waarom zijn we er? Wat kunnen we bieden? Hoe kunnen we in deze tijd van crisis van betekenis zijn voor studenten en alle andere Eindhovenaren die gewend zijn onze lezingen, voorstellingen en films te bezoeken? Voor mij was de hamvraag: Wat houden we over van wat je aan direct contact hebt tijdens een live programma als er alleen nog maar een beeldscherm is? In het begin was het heel erg zoeken. Tegelijk is het antwoord op de vraag ook “nee”. Onze Bildungsmissie staat als een huis. Ook nu. Juist nu. We hebben de programmavorm aan moeten passen aan de online omgeving, maar we blijven duiden, context bieden en het gesprek aangaan met studenten. Kort na de start van de coronacisis zijn we live gestreamde lezingen gaan verzorgen,
en maakten we ‘One Minute Tips’, korte filmpjes ter inspiratie voor activiteiten in de quarantainetijd, minicollege’s, quizzen en radioprogramma’svoor studenten. Het is een zegen dat we die online middelen hebben, alles is overal vandaan te bekijken en je kunt het ook later nog eens laten zien. We geven onderwerpen een eigen touch en leiden in, duidenaan en geven context. Je kunt het nu nog allemaal bekijken.
Er was dus wel degelijk belangstelling voor?
We zagen vanaf het begin af aan dat er behoorlijke interesse was voor de online lezingen. Ondanks het overweldigende aanbod dat er momenteel is vanuit alle hoeken van het land en ook over de landsgrenzen heen, waren mensen ons niet vergeten en wisten zij ons (meestal) woensdag’s rond lunchtijd goed te vinden vanachter hun laptop of smartphone. Dat was van meet af aan heel stimulerend. We gaven onlangs het woord aan Frank Lammers, die werkelijk bruist van de ideeën tijdens deze coronatijd. Er zijn veel goede initiatieven, denk alleen al aan alle concerten zonder live publiek. Lammers speelt daar uitzonderlijk goed op in.
Alle complimenten voor de mensen die het lukt in deze tijd.
Ook iemand bij wie de creativiteit letterlijk naar buiten stroomde, is mijn vriend cabaretier Peer de Graaf. Hij speelde kleine revuetjes voor de balkonnetjes van verzorgingstehuizen. Als je er op die manier mee om kunt gaan, daar heb ik groot respect voor.’
Dat is niet vanzelfsprekend. Voor mij betekende social distancing meer behoefte aan cultuur. Tegelijkertijd vond ik het ook moeilijker dan anders daar mijn volledige aandacht aan te geven, op te staan voor het ‘zorgeloze’ lezen, kijken. Hoe was dit voor jou?
‘Dat herken ik. Het was een hele bijzondere tijd. Ik prijs mezelf heel gelukkig, met een fijn huis in Eindhoven, twee van onze drie dochters woonden weer even thuis. Ik maak veel muziek, ik speel piano, ukelele en accordeon. Ik voelde meer behoefte om te spelen. Maar het samen spelen, dat mis ik. Dat kan niet. Geplande concertjes die al lang in de agenda’s stonden werden afgezegd. ‘Jullie komen gewoon spelen hoor!’. Maar dan wel over een jaar.
De cultuursector heeft een ingewikkelde klus te klaren. Hoe zie jij dit?
‘De tijd van social distancing heeft opnieuw doen beseffen hoe fijn het is in een zaal te zijn, mensen te ontmoeten en samen – een voorstelling, een concert, een film – te beleven. De kracht die daarvan uitgaat, dát is een belangrijke waarde van cultuur. Het met elkaar beleven is fantastisch. Ik gun iedereen dat we het weer gaan meemaken, in een nieuwe vorm. Ik hóóp dat mensen weer massaal, al dan niet op afstand, naar de podia toekomen. Hoe kun je een mens-tot-mens beleving online streamen? Het is een enorme opgave, zal voor velen heel pittig zijn. Gelukkig zijn er in de cultuursector
vernieuwende ideeën die de komende tijd verder tot bloei zullen komen. Ik laat mij graag verrassen.’
Verschilt Eindhoven hierin van de rest van het land?
‘We moeten benutten dat we in een regio zitten waar samenwerking veel meer in ons DNA zit dan elders. De mensen hier houden niet van branie en dikdoenerij. Dat is echt niet van deze regio. Hier zijn we minder met concurrentie bezig en lukt het vanuit niet voor de hand liggende verbindingen iets heel moois te maken. We zijn de regio met de meeste patenten, vooral dankzij goede samenwerking, en we kennen een unieke Dutch Design Week. Die is er omdat we elkaar de kans geven. Tel daar de creativiteit in onze regio bij op en je hebt de ingrediënten in handen die het mogelijk maken onszelf nog iets meer op de culturele kaart te zetten. Never spoil a good crisis; Eindhoven kan nu haar innovatiekracht tonen. Dit moeten we heel zorgvuldig doen. Het luistert echt heel nauw. In Eindhoven heerst een enorme no nonsense mentaliteit. Mensen zijn coöperatief maar als je van buiten komt, zoals ik, zijn de haakjes voor ‘samen doen’ lang niet altijd zichtbaar. Komend uit Amsterdam vind ik dat Eindhoven zich doorgaans heel bescheiden en degelijk opstelt. Het is dan ook verwonderlijk dat het twee keer kort na elkaar toch mis is gegaan met belangrijke culturele kansen. Zowel bij aanvraag voor de culturele hoofdstad als de grote subsidie voor ‘Complex’ lijkt Eindhoven de zelfkritische touch even verloren te hebben. Dat zegt misschien ook wel iets over het feit dat we vinden dat we gewoon meedoen in de voorste linies. Wat dan weer klopt met wat ik in dertig jaar Eindhoven heb zien veranderen. Van een vrij onbeduidende stad is het een kern geworden van innovatie, techniek en design.’
Er is een periode voor corona en voor ons ligt de periode na corona.
‘Het massale reizen, festivals bezoeken; het leven was misschien wel een te grote happening geworden, we waren een beetje over de top aan het gaan. Ik hoop dat we nu meer oog krijgen voor de kleine pareltjes. Die nieuwe toekomst moet nog wel echt ontworpen gaan worden: een ongekend ontwerpvraagstuk. Van beleving waarbij fysieke nabijheid voorlopig niet mogelijk is.
Van omgaan met grote onzekerheid en waarden die aan het verschuiven zijn. Geen carnaval meer vieren zoals we gewend zijn; dat raakt de ziel van Brabant.’
Tekst: Lidy Lathouwers